Studentenkoten: een goede investering?

Studeert zoon- of dochterlief binnenkort aan de hogeschool of de universiteit en is pendelen geen optie? In dat geval is de keuze voor een ‘kot’ meestal snel gemaakt. Enkele jaartjes huren of toch maar meteen zelf iets kopen om (later) ook huurinkomsten via andere studenten binnen te halen? Een dergelijke investering kan best voordelig uitkomen, maar brengt ook risico’s met zich mee.

Investeren in studentenkoten

Dubbele winst?

De keuze om over te gaan tot de aankoop van een studentenkot wordt grotendeels bepaald door de achterliggende doelstelling. Een professionele belegger zal investeren in een dergelijk opbrengsteigendom om rendement te realiseren, terwijl een gezin er in eerste instantie voor wil zorgen dat hun kinderen een geschikt onderkomen krijgen. Op die manier moet er geen huur betaald worden en wordt er meerwaarde gecreëerd via de huurinkomsten van andere en/of toekomstige huurder-studenten.

Met een relatief klein budget kan je één of meerdere koten aankopen die zich in een gebouw bevinden dat beheerd wordt door professionele uitbaters, maar wie over een groter budget beschikt, kan er nóg meer rendement uit halen. Individueel onroerend goed zoals een studio, een appartement of zelfs een volledig gebouw met verschillende kamers vergt een grotere kapitaalinspanning, maar levert op de lange termijn wellicht ook meer op

Professionele uitbaters

Zelf verhuren, daar kruipt uiteraard veel tijd in. Zo dien je er rekening mee te houden dat de huurperiodes afhankelijk zijn van de duur van de opleiding van de student en dat er dus veel verloop is. De zoektocht naar nieuwe huurders en het opstellen van huurovereenkomsten kan best tijdsintensief zijn, maar dit kan je natuurlijk ook steeds uitbesteden aan professionele uitbaters.

Kiezen voor een externe uitbater, dat betekent dat je het verhuur en het beheer van het kot in handen geeft van iemand anders. Een contract met een beheerder sluit je over het algemeen af voor 10 à 15 jaar en dat brengt niet alleen kosten met zich mee, maar biedt ook diverse voordelen. Je geeft een deel van de huur op aan de uitbater, maar hebt gegarandeerd rendement en hoeft je verder nergens zorgen over te maken. Je loopt geen risico op leegstand en zelfs wanneer het kot bijvoorbeeld een jaar niet verhuurd wordt, ontvang je nog steeds (maandelijks) de afgesproken huurprijs.

Gemeenschappelijke ruimtes

Koop je een studentenkot in een woning, dan betaal je in principe ook voor een deel van de gemeenschappelijke ruimtes. In oudere woningen zijn deze vaak minder interessant dan in recent gebouwde eigendommen. Zaken zoals een ruime en  moderne keuken of een aantrekkelijke tuin kunnen een echte troef betekenen en maken het je een pak makkelijker om huurders te vinden. Geen onbelangrijke factor om mee te nemen in je beslissing

Rendement

Wie één of twee koten wenst te kopen en niet bang is voor het beheer ervan, kiest er best voor om niet met een beheerder in zee te gaan. Een kot zonder beheerder of zelfs een klein appartement zal resulteren in een hoger rendement dan een kot met beheerder. Op jaarbasis mag je voor een zelf beheerd kot rekenen op een brutorendement van 4,5 à 4,7 procent. Omdat er van dat brutorendement bepaalde vergoedingen moeten worden afgetrokken, zal een beheerder meestal nettorendementen aanbieden tussen de 2,5 en de 3,5 procent

Welke studentenstad?

Indien je zoon of dochter zelf de keuze heeft gemaakt voor een specifieke studentenstad, dan is je keuze uiteraard beperkt, maar als professionele investeerder denk je best goed na over welke stad of buurt je uitpikt. De locatie van het kot vormt misschien wel de belangrijkste factor om tot een beslissing te komen. Steden waar geen universiteit of hogeschool aanwezig zijn, zijn sowieso minder aantrekkelijk en zelfs als er hoger onderwijs mogelijk is in de gekozen stad, dan nog moet je er rekening mee houden dat het kot niet te ver verwijderd is van de campussen. Een kot kopen in een iets afgelegener gebied kan - indien je geluk hebt - een hoger rendement opleveren omdat je het pand bijvoorbeeld voor een prikje op de kop kan tikken, maar steeds opnieuw een huurder vinden lijkt dan minder waarschijnlijk. Een kot dat niet verhuurd raakt, levert niets op en dus raden we aan om je toch zoveel mogelijk op het centrum van de studentensteden te richten.

Sommige steden zijn daarnaast ook goedkoper dan andere. Zo zal je in Brussel wellicht meer betalen voor een gelijkaardig eigendom dan in pakweg Gent of Kortrijk, maar dat betekent niet noodzakelijk dat je er meer of minder rendement uit zal halen. Een laatste belangrijke puntje is de verhouding tussen vraag en aanbod. In sommige steden en buurten wordt al jaren gesproken over kotentekorten en dus is het zeker geen slecht idee om eens goed de oren te spitsen en na te kijken waar het aanbod minder groot is dan de vraag.

Interesse om meer te weten te komen? Maak een afspraak in één van de Hypotheekwereld-kantoren en wij maken je met veel plezier wegwijs. Wij helpen je met jouw dromen! 

Deel dit artikel op: